De ecologische quickscan wordt gevraagd wanneer er in een gebouw, tuin of gebied een ingreep gedaan zal worden die een negatief effect zou kunnen hebben op de ‘medebewoners’. Er wordt hierbij gezocht naar de aanwezige beschermde planten- en dierensoorten in de zone die onder invloed staat van de betreffende ingreep. Het kan gaan over het plaatsen van een dakraam of isolatie tot een heel sloopproject. Volgens de Natuurbeschermingswet is voorafgaand onderzoek verplicht bij een vergunningsaanvraag. De gemeente zal de eigenaar vragen een ecologische quickscan uit te voeren, maar het kan ook zijn eigen initiatief zijn.
Een Quickscan flora en fauna voor het tolhuis in Cadier en Keer
Objectomschrijving
In Cadier en Keer staat aan de Rijksweg een opvallend wit huis met rood dak en groot schuurgedeelte, ook wel bekend als het tolhuis. In 1825 werd dit huis tegelijk gebouwd met de ‘nieuwe steenweg’ van Maastricht naar Aken. Op koninklijk bevel werden er vijf tolpunten aangewezen waaronder deze in Cadier en Keer. Het huis wordt aan de zuidzijde begrensd door de Rijksweg, aan de oostzijde door het aangrenzende woongedeelte en aan de overige zijden door de omliggende tuin.
De Klantvraag
De eigenaar van het huis woont zelf aan de overzijde van de straat. Het woongedeelte van het tolhuis wordt verhuurd maar de aangrenzende stal staat leeg. Hij heeft het plan om een drietal appartementen te realiseren. Hiervoor is een omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente Eijsden-Margraten. In het kader hiervan is door Klement Rentmeesters de ecologische quickscan uitgevoerd. Volgens het plan wordt er aan de buitenzijde van het gebouw de huidige opbouw niets veranderd, alleen aan de indeling binnen ten behoeve van aparte slaapkamers en een badkamer per appartement. De buitenwanden worden aan de binnenzijde geïsoleerd door middel van voorzetwanden. Aan het dak zullen geen werkzaamheden plaatsvinden, behalve dat de eigenaar graag enkele dakramen zou plaatsen aan de achterkant van het pand.
Aanpak
De ecologische quickscan wordt in het algemeen als volgt uitgevoerd. Er wordt eerst een bureauonderzoek gedaan. Met behulp van recente bronnen wordt onderzocht welke beschermde soorten in de ruime omgeving van het plangebied zijn waargenomen. Hierbij wordt de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) geraadpleegd. Vervolgens wordt er gekeken naar de ligging van het plangebied ten op-zichte van de beschermde gebieden zoals Natura 2000 of Natuurnetwerk Nederland (NNN). Er wordt ingeschat of er beschermde soorten voor kunnen komen op basis van verspreidingsgegevens en habitateisen. Welke functies biedt het schuurgedeelte van het tolhuis hiervoor?
Locatiebezoek
De derde stap is een bezoek op locatie. Onze natuur- en landschapsadviseur Femke Pakbier heeft de ruimtelijke structuren geïnventariseerd met behulp van verrekijker, zaklamp en camera. Er zijn ook seizoensgebonden soorten flora en fauna die niet direct waar te nemen zijn, daarom wordt er ook gekeken naar sporen en aanwezige biotopen. De mogelijke gebruiksfuncties die dakgoten en spouwmuren bijvoorbeeld kunnen hebben worden ook onderzocht. Op basis van informatie van de opdrachtgever wordt ten slotte de beoogde nieuwbouw in kaart gebracht. Zijn er hierdoor negatieve effecten op aanwezige beschermde soorten te verwachten? Heeft de ingreep invloed op de directe omgeving of dichtbijgelegen natuurgebieden? Het is ook mogelijk dat er nog een aanvullend onderzoek noodzakelijk is.
Resultaat
Het dak van het tolhuis bestaat uit pannen met daaronder dakbeschot, daarom zijn er zeker vogelsoorten op dit adres te verwachten. Tijdens het terreinbezoek zijn huismussen aangetroffen. Onder het dakoverstek zijn nesten van huiszwaluwen gevonden en op het dak zijn witte kwikstaarten aangetroffen. Het zou ook kunnen dat er vleermuizen onder de dakpannen verblijven. De huidige gevelopeningen blijven gehandhaafd, dat is alvast gunstig.
Het zogeheten plangebied van het tolhuis betreft een gebouw met oude muren. Op deze muren heeft Femke echter geen beschermde plantensoorten aangetroffen. Dit soort beschermde plantensoorten kunnen op dit adres worden uitgesloten door het ontbreken van een geschikt habitat en omdat het plangebied buiten het verspreidingsgebied ligt. De ingreep leidt niet tot een verslechtering of verstoring van de kwaliteit van de natuurlijke habitat van soorten in Natura 2000-gebieden. Dit heeft ook te maken met de al aanwezige geluidsverstoring of visuele verstoring door menselijke invloeden in het tussenliggende gebied zoals de Rijksweg.
Conclusie
Wanneer er geen werkzaamheden aan het dak zullen plaatsvinden is er geen negatief effect op de mogelijk aanwezige vogels en vleermuizen en hun verblijfplaatsen. De eigenaar vindt het jammer dat hij hierdoor geen dakramen kan maken. Er bestaan manieren om hier misschien toch wat aan te doen.
Aanvullend onderzoek in detail
Klement Rentmeesters kan zo nodig een aanvullend onderzoek in gang zetten en coördineren. Het is in dit geval aan te bevelen om het vleermuisonderzoek uit te voeren volgens het Vleermuisprotocol als ze wel aanwezig zijn. Dan wordt er precies vastgesteld welke soort verblijft en hoeveel verblijfplaatsen er zijn. Er kan dan een mitigatieplan opgezet worden om de negatieve effecten van de verbouwing te verzachten en te compenseren. Als er bijvoorbeeld één verblijfplaats van vleermuizen is worden er op rustige plaatsen aan of bij het gebouw in totaal vier vleermuiskasten geplaatst. Er gaat dan een ontwenningsperiode in waarbij de vleermuizen de huidige verblijfplaats ongeschikter wordt gemaakt en ze zich kunnen verplaatsen naar deze vervangende verblijven. Daarna wordt een permanente verblijfplaats aangeboden.
Huismusonderzoek
Middels aanvullend onderzoek naar huismussen en gierzwaluwen dient onderzocht te worden of er daadwerkelijk nesten van deze soorten in of rond het huis aanwezig zijn. (Huismusonderzoek wordt uitgevoerd door middel van twee veldbezoeken in de periode 1 april t/m 15 mei. Gierzwaluwonderzoek wordt uitgevoerd door middel van drie veldbezoeken in de periode 1 juni t/m 15 juli).
Witte kwikstaart
Voor de witte kwikstaart geldt, dat als de werkzaamheden buiten het broedseizoen kunnen worden uitgevoerd, dit niet leidt tot een overtreding van de Wet natuurbescherming. Mits tijdig aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd naar huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, wordt de voorgenomen verbouwing van de stal tot appartementen niet gehinderd. Afhankelijk van de resultaten van dit aanvullend onderzoek kan het noodzakelijk zijn een aanvraag van een ontheffing op te stellen en een compensatie- en mitigatieplan uit te voeren voor de vogels en vleermuizen.
Bent u ook van plan om een verbouwing of groot onderhoud aan uw pand uit te voeren? Of gaat u in uw tuin of park bomen rooien of kappen? Dan is een ecologische quickscan wellicht aan de orde.
Wij adviseren u graag! Neem contact op met Femke Pakbier op 043- 32 33 511.
Lees verder over de quickscan flora en fauna voor de sloop van een woongedeelte in Vijlen.