Hoeve de Peul is een grote hoeve aan de rand van het gehucht Noorbeek in Zuid-Limburg. De hoeve is al een geruime tijd in het bezit van eenzelfde familie, welke de functie van het gebouw in het verleden een aantal keren wijzigde om het voortbestaan van de hoeve te garanderen. Zo is er al geruime tijd geen agrarische activiteit meer in een groot deel van de hoeve. Enkele jaren geleden is het object gesplitst in een kleine en een grote Peul, waarvan de kleine wel nog agrarische doelen behelst.
De meest recentelijke functie van de hoeve, naast de voortgezette bewoning in het hoofdhuis, is het aanbieden van een grote groepsaccommodatie voor ongeveer 150 personen in de grootste stallen. Deze bieden een locatie voor grote partijen zoals studentenverenigingen, op een prachtige plek in onze omgeving en zonder te veel overlast voor omwonenden te verzorgen. Deze functie maakt het tevens mogelijk om de grote open ruimte van de stallen te benutten zonder dat er een ingewikkelde indeling met binnenwanden benodigd is.

De klantvraag
Hoe deze grote stallen te verwarmen is echter een ander vraagstuk. Doordat de oude opslagruimte van de stal bijna volledig open is, hoopt een groot deel van de warmte zich op onder het grote dakoppervlak. Een combinatie van een installatie die richting het einde van zijn levensduur ging en de enorme stijging van energiekosten leidden bij onze opdrachtgever tot de vraag welke mogelijkheden er zijn om de exploitatie van de groepsaccomodatie rendabel te houden
Onze aanpak
Om een goed advies over de verduurzaming van het gebouw te kunnen geven wordt allereest een grondige inventarisatie verricht. Zo wordt er gestart met een bouwkundige, bouwfysische, historische en algemene inventarisatie. Hieruit zal blijken welke randvoorwaarden er zijn voor de verduurzaming en welke verbeterpunten het gebouw heeft. Vervolgens wordt per gebouwschil bekeken of er nog besparingen mogelijk zijn, alvorens de installaties tegen het licht te houden. Zo kan tevens worden bepaald of het woonhuis nog verder verduurzaming behoeft.


Visie
Voor de hoeve kwamen slechts enkele aanpassingen naar voren, wat betekende dat de eerdere verduurzaming al een goede basis voor de toekomst had gelegd. Voor de visie betekent dit dat gekeken zal worden naar de kleinere aanpassingen om de lekken te beperken. Zo zullen de stalen kozijnen als warmtelek aangepakt worden alvorens we bekijken of verwarming op gas wenselijk is, of dat er met plaatselijke elektrische warmte kan worden volstaan.
Strategie
Er is bepaald welke oplossingen er mogelijk zijn en er is een overzicht gepresenteerd van de te nieuwe situatie. De keuze voor één van de oplossingen moet nog gemaakt worden. Hoewel investeringen zichzelf zullen terugverdienen, is het niet altijd mogelijk om alles direct te realiseren. Daarom is verkend op welke subsidie- en financieringsmogelijkheden aanspraak gemaakt kan worden. En er is bepaald in welke volgorde de voorgestelde maatregelen het best aangebracht kunnen worden.

Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamingsonderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking

In een van de oudste dorpen van ons land staat een schilderachtige boerderij. Aan de rand van de dorpskern van Erichem staat deze boerderij die aangemerkt is als gemeentelijk monument. Het is feitelijk een boerderij ensemble dat bestaat uit een woonhuis, bijhuis, schuren, stallen, wagenschuur en de restanten van hooibergen. Het complex is gebouwd in het open rivierenlandschap Neder-Betuwe en kenmerkt zich door de hoge ligging op een terp en de schakeling van de gebouwen dicht op elkaar op het erf. De boerderij is gebouwd omstreeks 1776. Op het korbeel van een van de gebinten in ‘’de deel’’ is het jaartal zichtbaar uitgesneden.

De klantvraag
De monumenteigenaren hebben de wens om de functie van de historische gebouwen te wijzigen van agrarische bedrijfsvoering naar een woonerf. De vraag vanuit de eigenaren was ook om contact te leggen met de gemeente om zo de eerste stap te kunnen zetten naar realisatie van het plan.
Onze aanpak
Bij dit project hebben we gebruikt gemaakt van brede ervaring en expertise uit ons team, wat resulteerde in een integrale aanpak. De architect heeft samen met de eigenaren de klantvraag in kaart gebracht. De planoloog heeft de gebruiksmogelijkheden in kaart gebracht die binnen het huidige bestemmingsplan passen. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de historie van de gebouwen en het erf door onze bouwhistoricus en de landschapsarchitect. In het herbestemmingsonderzoek hebben we verschillende scenario’s bekeken en berekend hoe we de hoge restauratie kosten kunnen dekken. Dit vergde een intensieve samenwerking tussen eigenaren, bouwkundig adviseur, architect en planoloog. Ten slotte heeft onze architect een nieuw plan opgesteld die voortborduurt op de historie.

Visie
Een boerderij staat nooit “stil” en is altijd in beweging! Door middel van bouwhistorisch onderzoek werd duidelijk dat de boerderij altijd in beweging is gebleven en er verschillende bouwfases hebben plaatsgevonden van 1776 tot nu. Een passende nieuwe functie voor de herbestemming van de gebouwen is wonen. Dit is dan ook waar wij verdere studie naar gedaan hebben. De boerderij zal dus in zijn functie verder gaan “bewegen”. Uit verdere studie is gebleken dat we meerdere woningen kunnen realiseren in de historische panden (schuren, wagenschuur en de stallen), zonder afbreuk te doen aan de historische waarde. Naast het bestaande handhaven betreft het plan ook het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit. Uit historisch onderzoek bleek namelijk dat er op het erf vijfhoekige hooibergen gestaan hebben. Het plan is om deze te reconstrueren met een nieuwe functie die past bij het woonprogramma.


Strategie
Het idee van de woningen wordt via een principeverzoek voorgelegd aan de gemeente. Momenteel zijn we nog in gesprek met de gemeente en in afwachting van reactie.
Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamings onderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking
Dit unieke, historische ensemble van diverse agrarische gebouwen was vroeger een bedrijvig boerenerf. Echter sinds het overlijden van de agrariër in 2006, ligt het erf er stilletjes bij en is het langzaam in de vergetelheid geraakt. Het erf bestaat uit meerdere gebouwen, waaronder drie rijksmonumenten: een Kempische kortgevelboerderij, een midden dwarsdeelschuur en een stal. Voor het overige staan er nog een aantal niet-monumentale bijgebouwen op het erf. De historie van de Trompenhoeve gaat vermoedelijk terug tot in de 17e eeuw. In een van de balken van de midden dwarsdeelschuur is het jaartal 1606 gekrast. In 1741 komt de boerderij in het bezit van de familie Tromp. Vandaar de naam ‘Trompenhoeve’.
De klantvraag
De Trompenhoeve is inmiddels overgegaan naar de 4e generatie van de familie die het erf al sinds 1903 in eigendom heeft. Een moderne, agrarische bedrijfsvoering is op deze locatie niet haalbaar en rendabel meer. Dit is ook niet de ambitie van de huidige eigenaren. De eigenaren hebben daarom een visie opgesteld om het erf nieuw leven in te blazen, zodat de gebouwen gerestaureerd kunnen worden en behouden blijven voor de toekomst. Dit alles in de vorm van een zogenaamd ‘knooperf’. De klantvraag was om de eigenaren te ondersteunen bij het uitwerken van deze visie middels een haalbaarheidsonderzoek en het gesprek met de gemeente aan te gaan over de mogelijkheden.

Visie
Een knooperf is een voormalig boerenerf dat ruimte biedt aan wonen en werken in een landelijke omgeving. Knooperven zijn als het ware het knooppunt in van oudsher ontstane paden en wegen die de akkers en weilanden verbinden met de boerderij. Voor veel kleinschalige boerenerven moet een nieuwe bestemming worden gezocht: voor de landbouw zijn ze niet groot genoeg meer.
Ze zijn echter vaak te groot om door één particulier te worden gekocht. Hier ligt de kracht van een knooperf: het biedt unieke mogelijkheden voor wonen en werken in het landelijk gebied, door het erf met een slimme verdeling en inrichting voor meerdere bewoners tegelijk geschikt te maken.
Voorwaarde hierbij is dat niet alleen de ruimtelijke kwaliteit van het erf, maar ook die van de omgeving wordt versterkt. Op knooperf de Trompenhoeve wil men door aanleg van een moestuin, paden, hagen en bomen hiermee rekening houden. De nadruk zal blijven liggen op een open karakter dat aansluit op het omgevingsbeeld.
Kenmerkend voor de Trompenhoeve is de landschappelijke kwaliteit én de ruimte. Uitgangspunten voor de bewoners van knooperf de Trompenhoeve is een eigen woning met een eigen tuintje, rondom een gemeenschappelijk erf. De woningen krijgen allen een passende vormgeving en detaillering, geïnspireerd op een Brabants boerenerf in een kleinschalig en natuurrijk landschap.

Onze aanpak
Middels subsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in het kader van de Subsidieregeling Stimulering Herbestemming monumenten (SSHM), heeft Klement Rentmeesters een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar bovenstaande visie. Uit dit onderzoek bleek o.a., dat het huidige bestemmingsplan de visie momenteel niet toelaat. Middels een vooroverleg met de gemeente en het indienen van een principeverzoek, is het plan inmiddels bekend gemaakt bij de gemeente. Ons kantoor begeleidt het proces.

Strategie
Zodra er reactie komt op het principeverzoek, kunnen de volgende stappen gezet worden. Welke planologische procedure dient er gevolgd te worden? Welke onderzoeken zijn aanvullend nog nodig? Hoe wordt het plan gefinancierd? Het doel is om zo veel als mogelijk gebruik te maken van kennis en ervaring die reeds voorhanden is. Klement Rentmeesters zal hierbij helpen.
Daarnaast weten wij welke subsidies voorhanden zijn om de herbestemming en het onderhoud van de gebouwen een impuls te geven. De aanvraag in het kader van de SSHM is reeds succesvol ingediend. Dit biedt de eigenaren financieel gezien extra mogelijkheden om de gewenste visie verder te ontwikkelen en uit te voeren.

Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamingsonderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking
Cultureel erfgoed: het is onze geschiedenis en toont aan hoe we ons door de eeuwen hebben ontwikkeld. De meest tastbare vorm van erfgoed zijn monumenten. Ze vertellen verhalen over tijdperken, mensen en gebeurtenissen. Het is belangrijk dat we dit erfgoed en de verhalen doorgeven aan volgende generaties zodat het voort kan leven. Daarbij is het noodzakelijk dat ons cultureel erfgoed in stand gehouden wordt. In stand houden kan alleen als het monument een duurzame en toekomstbestendige functie heeft én het goed onderhouden wordt. Maar wat als een monument (deels) leegstaat? Of de exploitatie niet het rendement oplevert wat u voor ogen heeft? Dan kost het heel wat moeite en geld om uw monument in stand te houden.
Het is helaas een veel voorkomend probleem. We zien veel leegstand, met name bij agrarisch erfgoed, maar tegenwoordig ook steeds meer bij religieus erfgoed. Door de ontkerkelijking zijn veel eigenaren van religieus erfgoed niet meer in staat om de zorg voor het erfgoed te organiseren en financieel te dragen. Hierdoor ontstaat een uitdagende opgave om de toekomst voor deze gebouwen veilig te stellen. Deze gebouwen hebben vaak een maatschappelijk belang, omdat zij een plek innemen in onder andere de sociale, maatschappelijke en cultuurhistorische structuren.
Dit is ook het geval bij het Protestantse kerkje in Stevensweert. In de jaren 80 is deze kerk aan de eredienst onttrokken vanwege de leegloop aan Protestantse kerkgangers. De huidige exploitatie bestaat uit verhuur voor huwelijksceremonies, incidentele kerkdiensten, uitvaarten, concerten én wordt het kerkje door het Streekmuseum gebruikt om rondleidingen te geven. In de kelder van het kerkje zijn namelijk diverse opgravingen gevonden. Deze zijn nog altijd te bewonderen.

De kerk heeft een gezonde financiële exploitatie. Met diverse donaties, subsidies en de verhuuropbrengsten zijn de instandhoudingskosten gedekt. Maar in 2020 en 2021 liep de kerk veel inkomsten mis omdat de exploitatie vanwege Corona stil kwam te liggen. Het kerkje kon namelijk niet verhuurd worden. Binnen het bestuur van het kerkje ontstond de vraag hoe ze de exploitatie kunnen optimaliseren en meer inkomsten genereren. Vandaar dat Klement Rentmeesters een herbestemmingsonderzoek heeft uitgevoerd, waarbij we grondige analyses hebben gedaan, een nieuwe visie hebben ontwikkeld én de nieuwe mogelijke exploitatie hebben doorgerekend. Want de vraag is: welk rendement levert de nieuwe visie op? Is het financieel haalbaar? Zeker met de stijgende energie- en bouwprijzen.
De huidige situatie
De kerk is van kleine omvang met weinig eigen voorzieningen. Zo is er is onvoldoende bergruimte, geen toilet in de kerk en is de omvang van de keuken beperkt. Daarnaast is het voor mindervaliden haast onmogelijk de kerk te bezoeken. De toegankelijkheid is vrij laag.
De oplossing
Hoe mooi zou het zijn als de kerk voor meer dan alleen ceremonies en uitvaarten verhuurd kan worden voor bijvoorbeeld concerten. En hoe fijn is het als bezoekers nog een drankje kunnen nuttigen na het concert in de kerk? En hoe zit het met de toegankelijkheid? Hoe mooi is het als iedereen de kerk kan bezoeken, dus ook mindervaliden?
Een aanbouw zou op al die vlakken een enorme aanwinst zijn. Het biedt de mogelijkheid om toiletten en een keuken te realiseren. Bovendien kan er een tweede ingang gerealiseerd worden én zijn er al ideeën gevormd om een hellingbaan aan te leggen.
Hoe nu verder?
We hebben de kosten voor een aanbouw uitgerekend én de mogelijke nieuwe opbrengsten doorgerekend. We hebben een advies gegeven voor financieringsmogelijkheden. Hieruit blijkt dat het realiseren van een aanbouw haalbaar is. Maar hoe nu verder? Wij adviseren altijd gebruik te maken van de subsidiemogelijkheden die er zijn. Zo hebben wij hier ook geadviseerd subsidie voor procesbegeleiding aan te vragen, zodat we een vervolg kunnen geven aan dit onderzoek en stappen kunnen zetten in de richting van de realisatie van een aanbouw.
Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamingsonderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking
Huize de Vechtkamp en het koetshuis behoren van oorsprong bij Landgoed den Berg. Dit landgoed ligt in het Overijsselse Vechtdal, direct onder het dorp Dalfsen. De gronden rondom Dalfsen en ten zuiden van rivier de Vecht zijn grotendeels opgedeeld onder verschillende havezaten en landgoederen met een nog herkenbare structuur. Het landschap wordt gekenmerkt door statige laanstructuren, landerijen, landhuizen en bosgebieden. De Vechtkamp kent een rijke geschiedenis en een sterke verbondenheid met de historie van Landgoed den Berg.
De klantvraag
Het object is via vererving terecht gekomen bij de huidige eigenaren. Het woonhuis wordt permanent verhuurd en bewoond. Het koetshuis staat al geruime tijd leeg en is zeer achterstallig in onderhoud. Met het oog op de toekomst en de relatief hoge onderhoudskosten staan de eigenaren voor de uitdaging om dit bijzondere familiebezit ook in de toekomst op een duurzame manier te behouden. Daarnaast ontstond een vraagstuk specifiek gericht op de monumentale status van de gebouwen. Het object is aangewezen als gemeentelijk monument, maar valt om onduidelijke redenen net buiten de begrenzing van het landgoed dat van rijkswege beschermd is als historische buitenplaats.

Onze aanpak
De historie van het object en de plaats vormden het startpunt voor de zoektocht naar een nieuwe, duurzame bestemming. Middels historisch kaartmateriaal, archiefonderzoek en veldwerk werden de ontstaansgeschiedenis, de historische ontwikkeling en de karakteristieken van De Vechtkamp én de verbinding met het landgoed in beeld gebracht. Daarnaast zijn de planologische kaders geanalyseerd en is er gekeken naar waar aanknopingspunten liggen met de historische en huidige context van de omgeving.
Visie
Huize de Vechtkamp heeft zijn oorspronkelijke opzet door de jaren heen goed weten te behouden en is daarmee cultuurhistorisch gezien van hoge waarde. Vanuit historisch oogpunt gezien is het daarom onwenselijk om de ruimtelijke opzet en indeling al te veel te veranderen. Wat betreft het koetshuis ligt er de uitdaging maar is er ook de ruimte aanwezig om het leegstaande object weer nieuw leven in te blazen. De Vechtkamp ligt nu als een verborgen parel in het groen, maar heeft alle potentie om een zichtbare plek te worden als onderdeel van de het monumentale landgoederenlandschap van het Vechtdal, waar ruimte is voor recreatie en cultuur.

Strategie
Hoewel een gecombineerd concept waarbij zowel het woonhuis als het koetshuis in dienst staan van eenzelfde huurder of erfpachter, het totaalconcept ten goede zou doen, is dit qua exploitatie lastiger haalbaar. Zodoende was het uitgangspunt dat beide objecten in principe los van elkaar exploiteerbaar en rendabel zijn, waarbij verschillende functies wél in harmonie samengaan en ook de mogelijkheid bestaat deze te combineren. Huize de Vechtkamp en het koetshuis lenen zich perfect voor verschillende functies en combinaties zoals wonen & werken of wonen & ontmoeten met overnachtingsmogelijkheden of kleinschalige recreatie voor bezoekers van het Vechtdal.

Historisch kader
De naam “Vechtkamp” komt in de archieven voor het eerst voor in een akte van verpachting in 1771. De toenmalige “katerstede Vechtkamp” werd verpacht door Coenraad Willem van Dedem, toenmalig eigenaar van Den Berg. Uitgaande van de archieven en historische kaarten heeft zodoende ter plaatse van het huidige huis de Vechtkamp al in de 18de eeuw een katerstede gestaan. De huidige vorm van het huis de Vechtkamp dateert
uit 1892. Het huis werd destijds bewoond door nazaten van de familie van Rechteren. Vanaf 1919 werd het huis door Petronella van Rechteren (weduwe van Alexander van Dedem) verhuurd aan Karel de Vidal de St. Germain. Vanwege dit feit wordt het huis ook wel “Huize Vidal” genoemd. Vechtkamp is nog steeds net zo onderdeel van landgoed Den Berg als eeuwen geleden. Het behoort tot dezelfde familie en maakt visueel en functioneel onderdeel uit van het landgoed.

Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamings onderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking
Landgoed de Haere is gelegen tussen Olst en Deventer ten oosten van de IJssel. Het landgoed bestaat uit verschillende complexonderdelen. Binnen dit herbestemmingsonderzoek hebben wij ons gefocust op het kasteel, koetshuis en de tuinschuur.
De oorsprong van het kasteel gaat terug tot in de 16de eeuw. Uit deze eerste bouwfase resteert de huidige grondslag bestaande uit een hoofdvleugel, twee zijvleugels en de overwelfde kelders. In de 19de eeuw werd het goed voorzien van een park in landschappelijke stijl. Ten zuidoosten van het kasteel is een ensemble gelegen van een koetshuis, jachthuis en tuinschuur
Het landgoed is tegenwoordig in eigendom van Stichting IJssellandschap. Zij beheert en ontwikkelt sinds 1267 land, landgoederen, boerderijen en huizen rondom Deventer. De stichting houdt kantoor in het kasteel op Landgoed de Haere.

De klantvraag
Stichting IJssellandschap heeft ons gevraagd onderzoek te doen voor het kasteel, koetshuis en tuinschuur naar een optimalisatie van de gebruiksfuncties. De tuinschuur en koetshuis staan momenteel leeg. Dat vraagt om een herbestemming. De stichting gaat met respect om met het land, de natuur en de mensen die er wonen of recreëren. Deze aanpak zetten zij voort bij de herontwikkeling van Landgoed De Haere. Dat is een mooi uitgangspunt!

Onze aanpak
Wij zijn gestart met het bestuderen van de bouwgeschiedenis. Gevolgd door een analyse van de huidige gebouwen en haar onderhoudstoestand. Zo concludeerden wij dat de tuinschuur op korte termijn gerestaureerd moet worden. Dit is gelijk ons vertrekpunt. Wij hebben met verschillende betrokken partijen gesproken over hun visie op het landgoed. De werknemers van Stichting IJssellandschap mochten elk hun droomscenario delen. Een goede dialoog geeft gelijk een bron van informatie en inspiratie.

Visie
Landgoed de Haere stelt zich een duurzame ontwikkeling en exploitatie van het landgoed van ‘Kunst en Natuur’ ten doel. Een nieuwe functie moet de gebouwen langdurig kunnen ‘dragen’. Dat houdt in dat de instandhouding voor langere tijd wordt gegarandeerd. De opbrengsten moeten de terugkerende kosten voor het reguliere onderhoud dekken.
Ons advies is om te gaan voor een planmatige aanpak. De volledige herbestemming van de drie gebouwen vindt plaats in een periode van circa 5 jaar. Stapsgewijs krijgt iedere gebouw een nieuwe functie. Het verhaal over de IJssellinie waar het landgoed onderdeel van uitmaakt, moet eveneens worden uitgedragen. Een tentoonstelling over de verdedigingslinie en de bouwgeschiedenis draagt daaraan bij. Het is én blijft een plek van genieten, natuur, cultuur waar een breed publiek te gast mag zijn.

De buitenplaats kent twee zones; een woonzone en vlak bij een plek waar gewerkt en gerecreëerd wordt. Deze publieke en private scheiding wordt behouden. De bewoners dienen hun rust te behouden en de recreanten en werknemers dienen hun gang te kunnen gaan. Wij gaan voor een hoogwaardige leef-, werk-, en recreatieruimte. Het landgoed biedt daarmee een kwalitatieve ontmoetingsplek voor bezoekers uit de omgeving en voor ondernemers en bestuurders uit de omgeving. En tegelijk een plek van rust, ruimte en bezinning voor de bewoners.
In drie scenario’s hebben wij ons toekomstbeeld uitgewerkt. In het eerste scenario wordt het kasteel herbestemd tot bedrijfsgebouw met educatiecentrum. Verschillende bedrijven en organisaties kunnen zich huisvesten in het bijzondere historische monument. Op de zolder zal een gemeenschappelijke vergaderzaal zijn, met een fenomenaal uitzicht over de tuin en park. Het koetshuis krijgt op termijn een horecabestemming, met een grand café en overnachtingslocatie voor groepen. De tuinschuur wordt in ons voorstel herbestemd tot twee woningen met herbouw van de tuinkas en moestuin, net zoals het was in het begin van de 20ste eeuw.

Strategie
In het aankomende jaar wordt het plan tot op detailniveau uitgewerkt, nadat het bestuur over de voorgestelde scenario’s een besluit heeft genomen. Hopelijk kan onze architect dan de tekeningen met de indeling en materialisering maken. Wij kunnen bij het vervolg ook de begeleiding bij de omgevingsvergunningaanvraag verzorgen en gaan opzoek naar praktische oplossingen voor het verduurzamen van de objecten. Alle disciplines binnen ons bedrijf komen zo samen.

Uw monument ook herbestemmen of verduurzamen?
Staat uw monument (deels) leeg? Krijgt u de onderhoudskosten ook maar amper gedekt? Bent u benieuwd of u meer inkomsten uit uw monument kunt halen? Vanaf 1 oktober t/m 30 november kunnen we voor u subsidie voor herbestemmingsonderzoek, procesgericht onderzoek of verduurzamingsonderzoek aanvragen.
Bent u benieuwd naar de mogelijkheden? Doe hieronder de gratis check of u voor subsidie in aanmerking komt of neem direct contact op met ons kantoor.
Neem contact op voor een kennismaking
Wij hielpen Roger van Gestel bij het verkrijgen van subsidie van de provincie Limburg voor casco-restauratie van het object. Maar alleen restaureren is niet zinvol en terecht stelt de provincie als voorwaarde dat zicht moet zijn op een duurzame herbestemming. “De huidige bestemming laat slechts gebruik als bedrijfsruimte toe en dat levert onvoldoende inkomsten op om de investering in restauratie en herbestemming te verantwoorden. Ik bracht er jaren centjes naartoe en er kwam onvoldoende rendement uit om de noodzakelijke restauratie uit te kunnen voeren. Bij de gemeente hebben we daarom onder begeleiding van het team van Klement Rentmeesters een principeverzoek ingediend naar een woonbestemming." aldus Roger van Gestel.

Positieve beschikking
De gemeente Meerssen heeft inmiddels positief gereageerd op dit verzoek. Er wordt momenteel hard gewerkt aan een ruimtelijke onderbouwing om de gewenste omvorming naar 11 wooneenheden voor starters te realiseren. Roger: “Ik richt me op jongvolwassenen die in Meerssen of directe omgeving zijn opgegroeid en de eerste stap naar zelfstandig wonen gaan maken vanuit de thuissituatie. Het meisje van de kapper, de kassière van de supermarkt en de jongen van de lokale groenteboer. Daar is veel vraag naar. Mogelijk dat een aantal studio’s wordt gereserveerd voor jongeren die begeleid gaan wonen. We gaan dit object extreem duurzaam voorzien van warmte- en koudeopslag. We willen een voorbeeld voor anderen zijn in de uiteindelijke uitvoering van onze plannen. En het mooie is dat we de stroom willen afnemen van de watermolen, want daar is een turbine aanwezig die stroom opwekt: 100% groene stroom komt hier vandaan”

Subsidie restauratie
“Ik ben blij met de provinciale subsidie die we van de provincie hebben toegekend gekregen. Het team van Klement2 Rentmeesters heeft een begroting voor de restauratie gemaakt en ingediend bij de provincie, zowel voor mijn gedeelte van het eigendom als voor het gedeelte van buurman Cees Spelt. En met succes: de provincie heeft het maximale bedrag aan casco restauratie subsidie toegekend. Dit moest een gecombineerde aanvraag zijn omdat beide gebouwdelen één rijksmonument nummer vormen. En je kunt maar één keer een subsidie aanvraag indienen. Zonder deze subsidie was ik überhaupt niet aan de restauratie begonnen. Met een herbestemming naar 11 appartementen krijg ik een exploitatie die de investering in restauratie en herbestemming met extreem duurzame energievoorziening kan dragen.”

De rol van Klement Rentmeesters
“Adviseur ruimtelijke ordening Maurice Eijpe werkt momenteel aan een ruimtelijke onderbouwing om de studio’s geregeld te krijgen. Het helpt geweldig dat zowel de provincie als de gemeente Meerssen erg enthousiast zijn over ons plan. Ik ben erg blij met de inbreng van Klement Rentmeesters: daar zit veel toegevoegde waarde, kennis en ervaring voor mij. Ze denken als een ondernemer, weten ruwe concepten te verfijnen om daarmee de juiste snaar te raken bij de beoordelaars van plannen. Het inschieten vanuit het goede niveau, het spreken van “de juiste ambtelijke taal”, geduld en het beschikken over een uitstekend netwerk om dit soort plannen mogelijk te maken zijn voorwaarde om een plan te kunnen doen slagen. Dat is de reden waarom het op enig moment “ons” plan is. Er wordt meegedacht en er wordt vooral over de grenzen van de vraagstelling heen gekeken. Frank en zijn team zijn vooral in staat om met mij de slag naar realisatie te maken. De omgevingsvergunning voor de restauratie verwacht ik op korte termijn. Daarna nog de vergunning tot de bouw van de 11 appartementen. Dan kan het echte werk pas gaan beginnen. Het blijft immers zo dat het één niet zonder het ander kan, zonder herbestemming naar 11 appartementen is er gewoon geen haalbare exploitatie”.

Een stukje geschiedenis
De vroegste vermelding van een molen bij Meerssen dateert uit de tweede helft van de 10e eeuw. Meerssen behoorde destijds tot de bezittingen van koningin Gerberga (c. 913 - c. 969/984), dochter van keizer Hendrik I de Vogelaar en echtgenote van Lodewijk IV van Frankrijk. In 968 schonk Gerberga haar Meerssense bezittingen aan de benedictijner abdij van Sint-Remigius te Reims, waaronder een kapel, een molen, en diverse wijngaarden. Uit deze bezittingen ontstond later de proosdij van Meerssen.
In het feodale systeem, vóór de Franse tijd, was de Groote Molen de banmolen (ook wel dwangmolen genoemd) van Meerssen. Dat betekende dat alle naburige boeren verplicht waren hun graan te laten malen in deze molen. Met de komst van de Fransen, omstreeks 1796, werd deze dwang opgeheven, net als andere heerlijke rechten.

Achttiende eeuw
In de tweede helft van de 18e eeuw was Arnold Joseph Quadvlieg (1723-1770), getrouwd met Anna Barbara Douven (of Dauven; 1726-1806), pachter en molenaar van de banmolen in Meerssen. De watermolen was gelegen aan de Veeweg bij een bruggetje over de Geul. In 1762 ontving hij van het kapittel van Sint Servaas tevens het eeuwigdurend erfpacht van de Geulhemermolen in Geulhem voor een jaarlijkse pachtsom van 350 gulden. En in 1768 ontving Quadvlieg ook de banmolen van Valkenburg in pacht. In hetzelfde jaar liet het echtpaar Quadvlieg-Douven de Geulhemmermolen ingrijpend verbouwen, getuige de gevelsteen boven de moleningang.
In 1778, Arnold Joseph was reeds overleden, liet de familie Quadvlieg het huidige stenen molengebouw Groote Molen bouwen. Een gevelsteen geeft dit jaartal aan en de tekst: ‘Auxili Deo, sic perfectum ante opus est’, hetgeen betekent ‘Met Gods hulp is het werk voltooid’. De Groote Molen kwam rond 1800 in bezit van mr. Charles Clement Roemers. Volgens het kadaster 1832 was het complex destijds in handen van Caroline B.J.W. Colpin, weduwe van Balthazar Jozef Willem Cruts. Zij was afkomstig van kasteel Zangerheide te Eigenbilzen (B) en woonachtig te Luik. Zij was tevens eigenaar van een watermolen bij haar kasteel en sinds 1855 van de Geulhemmermolen. Haar bezittingen in Meerssen omvatten: wateroliemolen, watergraanmolen, diverse huizen, schuur, tuinen, lusttuin, vijvers, boomgaarden, bouwlanden, schaapsweiden en hakhout. In totaal bijna 25 hectaregrondbezit aan de zuidkant van Meerssen, waaronder de Groote Molen, maar ook de Proosdij met park. Haar bezittingen in Meerssen werden beheerd door haar rentmeester J.H.L. l’Ortye. Volgens het Tarief der zuivere begrootingen van iedere soort en klasse van vaste eigendommen enz. werd in 1842 de korenmolen belast met 300 gulden en de oliemolen met 50 gulden. Tweederde van de Groote Molen gingen na haar dood over op haar dochter Rosalie Hortense en diens man baron Rodolphe de Lamberts Cortenbach.
Ten tijde van het opstellen van de kadastrale kaart had het molengebouw reeds een L-vorm. De schuur was een langgerekt gebouw. Het complex lag direct aan de Geul, te midden van weilanden. Rondom waren geen andere gebouwen. De dichtstbijzijnde gebouwen lagen ten noorden, aan de huidige Hoekweg (thans aan de noordkant van de spoorweg).

IJsfabriek
Familie De Lamberts Cortenbach verkocht in 1881 de Proosdij van Meerssen aan de familie Stevens Regout en in 1882 bracht men de Groote Molen in de openbare verkoop. Nieuwe eigenaar werd Jan Renier Meuwissen, molenaar en koopman uit Echt. Hij verpachtte het molencomplex aan Willem Ackermans te Maastricht, en vanaf 1894 aan Pieter Schepen te Meerssen. Na het overlijden van Meuwissen kwam de Groote Molen in 1896 aan zijn zoon Jan Frans. In 1898 verpachtte hij de molen aan Louis of Pieter Louis de Macker. Twintig jaar later, op 15 november 1916, werd De Macker eigenaar van de molen. De watergraanmolen (met drie koppelen maalstenen) werd aangeboden met huis, een pakhuis, schuur, stal, erf, tuin en twee boomgaarden. In totaal was het bezit 1,903 hectare groot. Het complex werd wegens de ‘goede technische inrichting’ en de nabijheid bij station Meerssen aangeprezen als zeer geschikt voor ‘iedere industriëele onderneming, in het bijz. voor eene IJSFABRIEK’.

Modernisering
De pachter werd dus eigenaar. De Macker begon met een ingrijpende verbouwing. Het voorste gedeelte van het oude woonhuis en de molen werd afgebroken en vervangen door nieuwbouw. Boven de nieuwe deur van het woonhuis plaatste hij de oude, 18 -eeuwse gevelsteen met een omlijsting uit 1918 met zijn naam. Ook het molenwerk werd gedeeltelijk vernieuwd. Het achterste houten waterrad werd vervangen door een ijzeren rad met houten schoepen. De beide raderen van de Groote Molen waren overigens onderslagaderen, ondanks dat het verval in de noordelijke Geultak ter plaatse meer dan twee meter bedroeg.

Turbines
In 1931 werd het bedrijf opnieuw gemoderniseerd. De raderen werden door de Duitse firma Atorf en Propfe vervangen door een dubbele horizontale of liggende Francisturbine. Molenspecialist P. Bussel schreef in 1991: ‘Bij deze turbine is een grote en een kleine turbine-eenheid op een gemeenschappelijke as gebouwd; elke turbine-eenheid heeft een eigen waterinlaat en zuigbuis. De grote turbine kan een theoretisch vermogen onder ontwerpcondities van 45 PK leveren; de kleine 30 PK. Samenwerkend zou het vermogen 75 PK of 55 kiloWatt (kW) bedragen. Waterturbines hebben het hoogste rendement als het volle vermogen wordt geleverd. Bij wisselende waterhoeveelheden had de molenaar met deze turbine drie mogelijkheden: de kleine turbine gebruiken, de grote of beide.’ Het ijzeren rad dat werd vervangen door de turbine, werd verkocht aan de Geulhemmermolen. De molen werd tevens ingericht met silo’s voor graanopslag, drie mengketels voor het samenstellen van veevoer, een complete graanreiniging, een bloembuil, elevatoren en transportschroeven voor het verplaatsen van los maal- en menggoed.

Oorlog en brand
In 1935 deed De Macker zijn molenbedrijf over aan zijn zoon Pieter Hubertus Franciscus (Frans), getrouwd met Jacqueline Rosa America. In de Tweede Wereldoorlog raakte het molengebouw beschadigd aan de zijde bij de Geul. In augustus 1947 raakte de graanschuur door brand gedeeltelijk verwoest. Pieter de Macker verzocht de gemeente goedkeuring voor het herstel van de schuur. De bouwkosten werden geraamd op 3.950 gulden. In 1954 werd door architect W. van Amstel het molengebouw gerestaureerd. De ontwerptekeningen van 1947 en 1954 resteren in het gemeentelijk archief.
Electriciteitscentrale
Familie De Macker verhuurde in 1972 het molencomplex aan Cees Spelt uit Maarssen, die het geheel overkocht in 1975. De Groote Molen werd in 1985 toeleverancier van elektriciteit voor de PLEM. Spelt vertelde destijds: ‘Ik [ben] natuurlijk razend enthousiast over de nieuwe mogelijkheden die nu geboden worden. Want hoe je het ook draait of keert, het opwekken van elektriciteit betekent gewoon dat er een bredere basis voor de molen komt en dat het voortbestaan van deze oude watermolen nog beter gegarandeerd wordt’. Volgens het krantenartikel was de totale investering om van de Groote Molen elektriciteitsleverancier te maken een bedrag van 140.000 gulden. Naar verwachting zou er jaarlijks voor 30.000 tot 40.000 gulden elektriciteit worden opgewekt. Het zou zo’n 290.000 kWh opleveren, ongeveer het stroomverbruik van zestig gezinnen.
Het bakhuis werd opgeknapt en verhuurd als woning; later werd het bakhuis verkocht (Molenveldweg 14a). Omstreeks 1995 vertrok het molenbedrijf uit de Groote Molen, al bleef familie Spelt eigenaar. Roger van Gestel werd in 2012 eigenaar van de voormalige graanschuur.
Objectomschrijving
De Weerterhof is in 1967 aangemerkt als Rijksmonument. De hoeve is gelegen aan de weg genaamd ‘Weert’ te Bunde. De ‘Weerter Hof’ bestaat van oudsher uit een herenhoeve met gesloten binnenplaats, poortgebouw en een losse schuur met wolfdak uit 1831. De geschiedenis van de voormalige boerenhoeve Weerterhof gaat terug naar de 17e eeuw, waarbij vermoedelijk in 1671 belangrijke bouwwerkzaamheden plaatsvonden. De integrale opzet van woon- en nutsgebouwen en een zorgvuldige inbedding in de omliggende tuinen en weilanden is kenmerkend.
De Weerterhof diende eeuwenlang als actief agrarisch bedrijf. De hoeve fungeerde tot voor kort als boerderij. Op het terrein staan silo’s en de schuur en weides werden gebruikt voor het houden van vee. Een groot gedeelte van de grond is gebruikt voor landbouw. De volgende landgoederen en hoeves liggen in de nabije omgeving van de Weerterhof: Landgoed Meerssenhoven, Hoeve Zonnevang, Kasteel Vaeshartelt en Villa Kruisdonk. Zij maken met elkaar deel uit van de landgoederenzone die van Maastricht naar Meerssen loopt: “Buitengoed Geul en Maas”.

De klantvraag
De Weerterhof ligt in het agrarisch buitengebied ten zuiden van Bunde, nabij een bedrijventerrein Weerterveld en het gehucht Weert. De Geul stroomt langs de zuidkant van het complex. De Weerterhof is toe aan herbestemming en zo nodig verkoop. Het monument biedt met de grote ruimte en het bijbehorend grootschalig buitenterrein een breed scala aan mogelijke nieuwe functies. Het Rijksmonument staat momenteel al langere tijd leeg, hetgeen niet ten goede komt aan de staat ervan. Onze opdrachtgever schakelde Klement Rentmeesters in om te onderzoeken voor welke subsidies de Weertherhof in aanmerking zou kunnen komen. De tweede vraag luidde of er een geschikte nieuwe exploitatie te vinden is voor de Weerterhof. Klement Rentmeesters werd ingezet om de herbestemming en eventuele verkoop te organiseren en om de restauratie en mogelijke aanpassingen op het object te begeleiden.

Onze aanpak
We zijn begonnen met het uitvoeren van een herbestemmingsonderzoek. Vervolgens is voor de restauratie van de hoeve een subsidie aanvraag ingediend bij de provincie Limburg. De provincie heeft inmiddels de maximale subsidie voor restauratie toegekend. Herbestemming Het uitvaartcentrum Monuta zou vervolgens de Weerterhof gaan kopen. Er waren plannen om een crematorium en uitvaartcentrum op het complex te realiseren. Het bestemmingsplan is hiertoe gewijzigd. Monuta zou de Weerterhof in gerestaureerde staat aankopen. De huidige eigenaar heeft een bouwbedrijf en bezit daarmee de middelen en vakkennis om de restauratiewerkzaamheden zelf uit te voeren.
Monuta heeft uiteindelijk de aankoop niet doorgezet en daarmee lagen alle mogelijkheden weer open. Er moest opnieuw een doelgroepenanalyse uitgevoerd worden naar wat er mogelijk is en hoe het object dan in de markt is te zetten. Het object is inmiddels verkocht. De nieuwe koper realiseert er een woon-zorg concept. Er is een verzoek bij de provincie gedaan om subsidie over te zetten van de voormalig eigenaar naar de koper. We hebben ook een herbestemmingsonderzoek uitgevoerd voor de vrijstaande schuur. Deze monumentale schuur staat aan de andere kant van de straat en zou een nieuwe functie mogen krijgen die aansluit bij het woon-zorg concept. Hier werd een aparte subsidie voor aangevraagd.

Bescherming door Natuurschoonwet 1928 De Weerterhof komt in aanmerking voor rangschikking onder de Natuurschoonwet. Door de oppervlakte van meer dan vijf hectare en de kansen voor natuurontwikkeling is een overweging tot rangschikking onder de NSW zeer interessant. De grond bij de Weerterhof is lange tijd voor landbouw gebruikt. De cultuurgrond kan gedeeltelijk worden getransformeerd naar nieuwe natuur. Er zijn een aantal veranderingen nodig aan de inrichting van het landgoed, zoals meer aanplant van houtopstanden. Landschapsarchitect Jeroen Verbeek werkt aan de aanpassingen om voor de landgoedstatus in aanmerking te komen.
Resultaat
De Weerterhof heeft een nieuwe eigenaar gekregen en een prachtig nieuwe functie in de woonzorg! Een concept dat past bij het nieuwe landgoed en de toekomst. Klement Rentmeesters heeft een uitgebreid herbestemmingsonderzoek uitgevoerd voor de afzonderlijke onderdelen van de hoeve. De Weerterhof kwam in aanmerking voor de provinciale restauratiesubsidie én rangschikking onder de Natuurschoonwet 1928 is aangevraagd.

De charismatische ondernemer Gosse Boxhoorn, die in zijn actieve carrière vooral grote stappen heeft gezet op het gebied van zonne-energie, had in zijn privé-tijd behoefte aan rust en natuur in de periode dat hij dagelijks op pad was en veel reisde.
Ook ruimte was belangrijk voor zijn collectie aan klassieke auto’s. Hoeve de Oude Bongerd in Wijnandsrade, vlakbij Valkenburg, voldeed aan die wensen. In 2010 wilde het gezin Boxhoorn om praktische redenen verhuizen naar een andere regio en moest de carré-boerderij in de verkoop.
Maar het vinden van een koper voor zo’n groot wooncomplex, ook nog eens vlak na de financiële crisis, bleek al gauw niet eenvoudig.
„We kwamen tot de conclusie dat het beter was om te kijken naar een herbestemming van deze kasteelhoeve”, vertelt de tegenwoordig in Luxemburg wonende Boxhoorn. „Daarvoor hebben we toen aangeklopt bij Klement. Het had geen zin om zomaar een makelaar in de arm te nemen, want hier kwam veel meer bij kijken. Belangrijk was ook dat het iemand moest zijn met gevoel voor ‘oude stenen’.

Dit hele complex stamt uit de 16e eeuw en is flink gerestaureerd. Maar je moet je erin kunnen verplaatsen wat hier allemaal mogelijk is. ”Onder leiding van projectleider Vincent Voorn, die al tien jaar bij Klement werkt, werd gezocht naar nieuwe mogelijkheden voor deze locatie. „Je kijkt er onder meer architectonisch en planmatig naar. Het heeft een aantal jaren leeggelegen en al die tijd hebben wij het beheerd en onderhouden, zodat de waarde voor de eigenaar niet zou zakken.” Lees verder
Uiteindelijk kreeg een groot deel van het complex een andere bestemming, namelijk die van een groot kroonluchteratelier. „Er hingen hier op een gegeven moment wel een paar honderd kroonluchters. Zaak was wel om het her te bestemmen voor detailhandel, dus hebben wij alle papierwerk met de gemeente geregeld."
Het atelier was de tweede vestiging van de eigenaar, die in het noorden van het land ook nog eenzelfde atelier had. Na een aantal jaren bleek het toch lastig om twee ateliers te gebruiken, en dus moest er weer een nieuwe bestemming komen. „We zijn teruggekeerd naar de functie wonen”, zegt Voorn. „Maar we hebben op een gegeven moment gekozen voor een opsplitsing. Na de nodige bouwwerkzaamheden wonen er nu twee gezinnen heel comfortabel, met de nieuwste voorzieningen en comfort.”

Voor Klement Rentmeesters is dit een typisch voorbeeld. Makelaardij is weliswaar een belangrijk onderdeel van de activiteiten van het bedrijf, maar de band met bepaald project en de kopers / verkopers is meestal veel duurzamer. „Regulier onderhoud is bij dergelijke gebouwen natuurlijk van groot belang en is het belangrijk om daar de beschikbare subsidieregelingen goed voor te kennen”, vertelt Arthur Jansen, rentmeester bij Klement. „We kennen de landelijke regelgeving heel goed, maar ook de regionale mogelijkheden, met name in Limburg en Brabant. Ook bij herbestemming kun je hulp krijgen van de overheid, mits je met een goed plan komt.”
Niet alleen de gebouwen zelf, maar ook de buitenruimte heeft volop aandacht nodig. „Tuinen, parken, vijvers, grachten en natuurterreinen, daar komt heel veel bij kijken om die goed te onderhouden. Ook dat moet je goed met de potentiële koper bespreken, zodat die weet waar die aan begint”, concludeert Jansen. Voor Gosse Boxhoorn is dat altijd perfect verlopen. „Juist omdat je in Klement een goede partner hebt, daar kun je altijd aankloppen als je je afvraagt hoe je het een en ander moet oplossen.”
Het bijbehorende interview ziet u hieronder.
Een rentmeester lijkt een beetje op een kunsthandelaar. Die ziet ook vaak een bepaald schilderij na zoveel jaar terugkeren in zijn collectie. Want de koper gaat, de kunst blijft.
Zo is het ook met monumenten en landgoederen. Een goed voorbeeld is Château Jerusalem aan de noordrand van Maastricht. Tien jaar geleden werd Frank Klement gevraagd door de eigenaar, in dit geval de Gemeente Maastricht, om te kijken wat de mogelijkheden waren qua bestemming. Dat traject is toen succesvol verlopen.
Nu, tien jaar later, is Klement opnieuw erbij betrokken, nadat het gebouw van eigenaar is gewisseld. Deze heeft Klement ingeschakeld om de huidige waarde van het kasteel vast te stellen en dus ook de waarde van het erfpachtrecht. „Dat is specialistisch werk”, vertelt Frank Klement. „Dat kun je meestal niet zomaar aan een makelaar overlaten. Bij monumenten komt veel meer kijken. Hoe zit het bijvoorbeeld met de overdraagbaarheid van het erfrecht? Je moet ook kijken naar de aanpassing van de jaarlijkse canon bij verkoop van het recht. Het is een complexe materie maar omdat wij daar elke dag mee te maken hebben, kunnen we tot goede aanbevelingen en vaststellingen komen.”
Pascalle Satijn leidde tien jaar geleden namens de Gemeente Maastricht het project restauratie en herbestemming Château Jeruzalem. „Wij zochten naar een herbestemming en dan zoek je naar specialisten op dat gebied. Daarom zijn we bij Klement uitgekomen en niet bij een doorsnee makelaar of projectontwikkelaar. Dat is goed bevallen, want er is vooral gekeken naar de mogelijkheden en er kwamen nieuwe ideeën op tafel die uiteindelijk ook tot een oplossing leidden. Dat was voor alle partijen, inclusief de gemeente, heel prettig.”
Jessica Klement kan zich nog goed herinneren dat er verschillende sessies zijn gehouden waarvoor allerlei mogelijke kandidaten werden uitgenodigd. „Met hen gingen we brainstormen om samen tot de beste ideeën te komen. Je stimuleert elkaar en uiteindelijk heeft dat ook gewerkt, want een van de deelnemers aan die sessie heeft toen ook het kasteel betrokken, en kon aan de slag met de ideeën die we samen ontwikkeld hadden.”

Het was destijds geen eenvoudig project, want het kasteel was nogal onderkomen. „De laatste erfgenamen van de adellijke familie die hier woonden, waren niet meer in staat om het onderhoud te financieren”, stelt Pascalle Satijn vast. „Er was daarna dus veel werk aan de winkel.”
Voor Frank Klement was het letterlijk door de bomen en struiken heen kijken om op zoek te gaan naar een herbestemming. „Het park was erg verwilderd, je kon het kasteel nauwelijks nog zien. En er moesten flink wat restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Alles bij elkaar ging het om een investering van enkele miljoenen. Het was niet haalbaar om dat bij één partij, zijnde een mogelijke koper, neer te leggen. Dus zijn we ook gaan kijken naar mogelijke fondsen, subsidies en andere en andere trajecten, en op die manier is het plan vlot getrokken.”
Het bijbehorende interview zien? Klik op de link voor het volledige interview
Actie: als u Klement Rentmeesters nú uw woning laat verkopen, bieden wij u een mooie overnachting aan op het prachtige Chateau St. Gerlach. Laat uw naam en telefoonnummer hier rechts achter of bel zelf direct: 043-32 33 511
De watertoren is een ontwerp van architect Jos Wielders en gebouwd in 1926 – 1927. Het is gebouwd in beton en met bakstenen omkleed. De toren heeft een ronde schacht met uitkragend vlakbodemreservoir. De twee ronde uitstulpende traptorens leidden naar het reservoir en het dak paviljoen. De dienstwoning aan de basis van de toren werd in 1935 toegevoegd en was eveneens een ontwerp van Jos Wielders die zich liet inspireren door de architectuur van de Amsterdamse School.
Rijksmonument
Sinds mei 1977 heeft de toren de status rijksmonument. De watertoren van Schimmert is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een landschappelijke, bestuurlijke, technische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden van de watertoren zijn zeer groot en worden bepaald door het bijzondere belang voor de geschiedenis van de architectuur, de bouwstijl, door het belang van de toren voor het oeuvre van architect Wielders, door het materiaalgebruik, de ornamentiek en door de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur.
Eigenaren
Boven in de toren bevond zich tot de Tweede Wereldoorlog een restaurant, het “Oranje Restaurant”. De toren is in de jaren ’70 en ’90 van de 20e eeuw en eind 2008 opgeknapt. WML (Waterleiding Maatschappij Limburg) heeft de toren in 2015 verkocht aan de huidige eigenaar Nico Eurelings.
Een paar weetjes over De Reusch
De watertoren is in hoge mate gaaf bewaard gebleven en is van groot belang voor de visuele gaafheid van de landschappelijke omgeving. Een paar leuke weetjes:
- bouwkosten 1926: 85.000 gulden
- aannemer Muyres & Zonen uit Sittard
- hoogte 38 meter / hoogste punt 178 meter NAP
- twee trappenhuizen met 156 treden
- betonnen vlakbodemreservoir van 1150 kubieke meter (13,5 meter, diepte 7,9 meter)
Eten en drinken zover je kunt kijken!
Het exploitatie concept van De Reusch is gebouwd op de ambitie van de founders om je bewust te maken van de rijkheid van de bodem in je eigen omgeving. Ze delen kennis en stimuleren je om bewust bezig te zijn met je voeding. Weten waar het vandaan komt, en minstens zo belangrijk, samen de lokale productie ondersteunen en duurzaam bezig zijn voor het milieu.
Het verhaal
Dat is het grote verhaal dat De Reusch gaat vertellen: het verhaal over onze streek, de producenten die er werken en de producten die daaruit voortkomen. Alle producten die De Reusch gaat verbouwen, telen, maken en verkopen komen letterlijk van zover je kunt kijken. Dat is 46 kilometer vanuit de monumentale watertoren in Schimmert. Zo creëert De Reusch bewustzijn door aandacht te vragen voor korte ketens. Zie verder www.dereusch.nl.
Objectbeschrijving
In opdracht van Stichting Werkgemeenschap Ideecentrum adviseerden we over de herbestemming van Herenboerderij De Bunker, ook wel Hoeve Birkenhof genoemd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942 werd ten noorden van Valkenswaard, aan de weg naar Waalre, door het Duitse leger een bunker met manschappenverblijven gebouwd. Het pand werd gecamoufleerd als boerderij, welke als een bakstenen schil om de bunker werd opgetrokken. Een bijzonder voorbeeld binnen de camouflage architectuur. Het gebouw had als functie het ontvangen en doorzenden van allerlei radiografische berichten, met name die van de Duitse marine (U-boten). Daarbij speelde het een belangrijke rol als afluisterpost van het geallieerde berichtenverkeer.
Na de oorlog is het pand nog in gebruik geweest door onder andere de politie, Marechaussee en plaatselijke brandweerkorpsen. Tegenwoordig is het in gebruik als training- en (leisure) eventlocatie met culturele activiteiten, bed & breakfast en bewoning.
De klantvraag
De stichting is erfpachter van het monument en is met de gemeente Valkenswaard(verpachter)een intentieovereenkomst aangegaan om de bestemmingsplanwijziging, ontwikkelmogelijkheden en eigendomsoverdracht na te streven. De bunker heeft momenteel geen duurzame exploitatie voor het geheel en daardoor komt de instandhouding in gevaar. De erfpachter zoekt in de volle breedte naar herbestemmingsmogelijkheden om het complex een degelijke exploitatie en dus toekomst te geven.
Onze aanpak
We hielpen met het opstellen van randvoorwaarden en uitgangspunten voor herbestemming en werkten een aantal scenario’s voor herbestemming uit, gericht op vitalisering en optimalisatie van het huidige gebruik en toevoeging van een horecafunctie. De gemeente biedt planologische medewerking aan het verzoek om diverse nieuwe functies aan het gebruik toe te voegen. Er is een nieuw ontwerpbestemmingsplan opgesteld en de stichting en de gemeente zijn in principe bereid de voor de ontwikkeling benodigde gemeentegrond en opstallen onder nadere voorwaarden te (ver)kopen c.q. opnieuw in erfpacht uit te geven voor de duur van 50 jaren. Ons kantoor begeleidt het proces.
Visie
We werkten een visie uit om de huidige exploitatie te verstevigen met de mogelijkheden die het nieuwe ontwerp bestemmingsplan biedt. Momenteel werken we samen met Studio Rocco Verdult aan een verdieping van de visie in combinatie met het verhaal van het monument en het verdere proces van herbestemming. Dit verdere proces wordt gesubsidieerd door Erfgoedlab Brabant.
In 2019 is het 75 jaar geleden dat Brabant, net als Zeeland en Limburg, bevrijd werd. In 1944 verdreven de geallieerden de bezetter, een jaar voordat de rest van Nederland de vrijheid herwon. De stichting Operatie Market Garden, de stichting Crossroads Brabant, Defensie, de stichting Herdenking Brabants Gesneuvelden, het Brabants Historisch Informatie Centrum, gemeenten, Omroep Brabant en de provincie werken samen in het project Brabant Remembers. Het doel is de herdenking en viering van de vrijheid vorm te geven op een eigentijdse wijze. Deze bevrijdingsoperatie, bedacht door Bernard Montgomery, werd Operatie Market Garden genoemd. Ook de uitvoering van deze wereldberoemde operatie is in 2019 dus 75 jaar geleden.
Strategie
Bovenstaand jubileum biedt de gelegenheid om het verhaal van Herenboerderij de Bunker aan een breed publiek over te brengen. Storytelling over de telecommunicatiebunker i.c.m. een museale functie rond om WOII en Operatie Market Garden biedt een beleving en ontdekkingstocht. Het Vfonds financiert de ontwikkeling van de museale activiteiten. Deze openstelling kan bijdragen aan de instandhouding van het monument door diverse te huisvesten functies, zoals overnachten, verblijfsrecreatie, werken & ontmoeten binnen het thema ‘De Bunker luistert” te verweven.
Uw monument ook herbestemd?
Bent u zich aan het oriënteren op een andere bestemming voor uw monument? Of wilt u weten wat de mogelijkheden zijn om meer inkomsten uit uw monument te halen? Er is een subsidie van 70% voor de kosten om een herbestemmingsonderzoek uit te voeren.
Aan de hand van deze vragenlijst stellen we vast of uw pand voor subsidie in aanmerking komt. Dat kost u hooguit 2 minuten. Na het verzenden van uw antwoorden nemen wij binnen twee dagen contact met u op over de resultaten.