De provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant hebben, naar aanleiding van de 70-jarige herdenking van de Watersnoodramp, aan staatssecretaris Uslu gevraagd om te onderzoeken of een aantal geschenkwoningen kan worden aangewezen als rijksmonument. Het gaat om houten woningen die door Denemarken, Finland, Noorwegen, Oostenrijk en Zweden aan Nederland werden geschonken.
De geschenkwoningen zijn een belangrijk onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. De houten huizen maken het verhaal van de Watersnoodramp letterlijk zichtbaar. Ze laten zien hoe de wereld te hulp kwam en zijn ook zeer karakteristiek met hun Noord-Europese uiterlijk. Het is daarom belangrijk dat de geschenkwoningen behouden blijven voor volgende generaties. De status als rijksmonument kan daarbij helpen.
Deze woningen aanwijzen als rijksmonument bevordert onder meer dat dit erfgoed en het indrukwekkende historische verhaal over de ramp nog beter door gegeven kan worden aan de huidige en toekomstige generaties. Bovendien biedt het de eigenaren van deze geschenkwoningen meer kansen en mogelijkheden voor restauratie en onderhoud, omdat hiervoor bijvoorbeeld subsidie kan worden aangevraagd