Beschermde soorten aanwezig?
Gebouw bewonende soorten zoals vleermuizen, vogels en marters kunnen in uw pand aanwezig zijn en kunnen een negatief effect ondervinden van bepaalde werkzaamheden. Denk hierbij aan het vervangen van het dak of het na-isoleren van het dak of de spouwmuur. Bij gedeeltelijk of geheel slopen van gebouwen kan een negatief effect ook niet worden uitgesloten. Het is ook mogelijk dat er beschermde plantensoorten op een gebouw of in de tuin of het park aanwezig zijn, die bij onderhoudswerkzaamheden hinder kunnen ondervinden. U bent dan verplicht om een ecologische Quickscan uit te laten voeren.
Met een ecologische Quickscan wordt bepaald of er beschermde soorten op een locatie aanwezig kunnen zijn en of deze een negatief effect ondervinden van een bepaalde ingreep. Wanneer dit niet kan worden uitgesloten, is een soortgericht onderzoek verplicht. In veel gemeenten wordt bij een vergunningaanvraag al om een ecologische Quickscan gevraagd.
Soortgericht onderzoek
Wanneer uit een ecologische quick scan blijkt dat er beschermde soorten in het plangebied aanwezig kunnen zijn en dat deze een negatief effect ondervinden van de ingreep, is een soortgericht onderzoek verplicht. Hierin wordt nader onderzoek verricht naar het daadwerkelijk voorkomen van aanwezige beschermde soortgroepen. Voor verschillende soortgroepen zijn verschillende onderzoeksprotocollen beschreven, die afhankelijk van de soortgroep tot maximaal één jaar kunnen duren. Nieuwsgierig naar andere soorten scans? Lees het in deze blog!
Mitigatie- en/of compensatieplan
In een mitigatie- en/of compensatieplan wordt een reeks maatregelen beschreven hoe de negatieve effecten door de ingreep verzacht dan wel gecompenseerd kunnen worden. Op basis van dit plan dienen door de initiatiefnemer maatregelen getroffen te worden om de negatieve effecten te vermijden. In de praktijk gebeurt dit vaak om de planning of uitvoering van de ingreep te wijzigen of in fases uit te voeren. In sommige gevallen dient dit onder ecologische begeleiding plaats te vinden. Een ecoloog is dan bij de werkzaamheden aanwezig en controleert of de beschermde soorten geen negatieve effecten ondervinden van de ingreep.
Ontheffing van de Wet natuurbescherming
Wanneer ondanks de mitigerende en compenserende maatregelen negatieve effecten blijven bestaan, zal er een ontheffing van de Wet natuurbescherming (Wnb) aangevraagd moeten worden bij het bevoegd gezag. Voor de Wet natuurbescherming is dit de regionale omgevings- of uitvoeringdienst of de Provincie zelf. Als ecologische begeleiding bijdraagt aan het verzachten van de effecten, dan is dit noodzakelijk. Voor het aanvragen van een ontheffing dienen voorgaande stappen altijd doorlopen te worden.
In de praktijk
Wat betekent dit nu voor u in de praktijk? De belangrijkste tip is: begin op tijd met het uitzetten van de onderzoeken. Het bevoegd gezag kan de werkzaamheden stilleggen als de Wnb overtreden wordt, met alle gevolgen van dien. Het uitvoeren van een vleermuisonderzoek kan wel tot één jaar duren. Daarna dient eventueel nog een mitigatie en/of compensatieplan opgesteld te worden en een ontheffing aangevraagd te worden. Uw project kan zo al anderhalf jaar stilgelegd worden.
Daarnaast bestaat het risico op bestuurlijke vervolging wegens overtreding van de Wnb. Het is dus zeer belangrijk om ruim op tijd, voordat u van plan bent om werkzaamheden uit te voeren, een ecologische quick scan te laten doen. Dit kunnen wij voor u verzorgen. Wanneer blijkt dat er vervolgstappen noodzakelijk zijn, kunnen wij het gehele proces uit handen nemen en u hiermee ontzorgen. Neem met Femke Pakbier op telefoonnummer 043-32 33 511 en zij helpt u graag verder.